Lees hier het voorbeeld van ondernemer Jan-Willem Boezel, hij is directeur van Van Raam, wereldmarktleider aangepaste fietsen. Met hulp van de fiscale MIA\Vamil-regelingen kon het bedrijf een 3D-printer aanschaffen. Met oog voor het milieu door hun ecologische voetafdruk te verkleinen, minder grondstoffen te verbruiken én afval te hergebruiken.
Het bedrijf streeft ernaar om in de toekomst het gehele productieproces onder eigen dak te hebben.
Geen massaproductie
Van Raam is fabrikant van unieke aangepaste fietsen voor mensen met een beperking. Dit zijn individuele en meerpersoonsfietsen voor mensen die niet meer op een gewone fiets kunnen fietsen. Boezel: “Wij doen niet aan voorraad, elke fiets wordt uniek gemaakt.” Gevolg: elke fiets heeft vaak specifieke onderdelen nodig die speciaal geproduceerd moeten worden. Van massaproductie is geen sprake.
Waarom een 3D-printer?
Van Raam produceert al haar fietsen zoveel mogelijk in eigen huis. De specifieke onderdelen werden tot voor kort vaak elders ter wereld geproduceerd, zoals in Azië. Boezel: “De lage inkoopaantallen van de specifieke onderdelen lieten vaak een (te) grote ecologische voetafdruk achter.” Daarom investeerde Van Raam met hulp van de MIA\Vamil-regeling in een 3D-printer, om zelf het juiste aantal specifieke onderdelen te maken.
Vermindering grondstofgebruik, afval én ecologische voetafdruk
De komst van de 3D-printer leidde tot reductie op meerdere vlakken: minder grondstofverbruik, want nu printen ze alleen de benodigde onderdelen. Het afval dat ontstaat bij het printen wordt hergebruikt bij het printen van de onderdelen. En als grootste winst een kleinere ecologische voetafdruk, want onderdelen hoeven niet meer vanuit Azië naar Nederland te komen.
Vraag RVO om hulp
Boezel: “Als ik één tip mee mag geven: vraag om hulp bij RVO als je een aanvraag voor de MIA\Vamil-regelingen wilt doen. We moesten aantonen dat er sprake zou zijn van verminderd grondstoffenverbruik. Dat is in praktijk lastiger dan je denkt, want normaal besteden we het printen van de onderdelen uit. Zonder de hulp van RVO bij het indienen van een aanvraag was dat een stuk lastiger geworden”.
De toekomst: nog meer 3D-printers
De komst van de 3D-printer heeft het bedrijf aan het denken gezet. “De 3D-printer is een uitkomst. We maken producten alleen als ze echt nodig zijn. In de toekomst zouden wij nog meer 3D-printers aan willen schaffen om echt het gehele productieproces onder één dak te hebben. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, maar door de MIA\Vamil is de eerste 3D-printer in huis een feit. En dat bevalt goed!”
Bron: Tekst en foto via RVO.nl
