Er worden in Nederland steeds meer gebouwen gesloopt op een circulaire manier, waarbij wordt geprobeerd zoveel mogelijk materialen te redden. Drie jaar geleden vroeg bijna geen enkele opdrachtgever hierom, nu vormt het circa veertig procent van de aangenomen opdrachten. Dat constateert GP Groot, een bedrijf in Noord-Holland dat jaarlijks circa zeventig sloopprojecten uitvoert.
De landelijke organisatie Veras, de branchevereniging voor Sloopbedrijven in Nederland, bevestigt de trend. Het is de eerste keer dat de toenemende populariteit van het fenomeen circulair slopen cijfermatig wordt onderbouwd. “Op dit moment wordt in onze branche de slag gemaakt van woorden naar daden”, aldus woordvoerder Arjan Hol van Veras.
Jaarlijks worden in Nederland naar schatting momenteel 15.000 woningen gesloopt, aldus het Economische Instituut voor de Bouw. De afgelopen decennia ging de gemiddelde woning of wijk tegen de vlakte, soms zelfs met de legendarische sloopkogel, waarna het puin werd afgevoerd naar de vuilstort of een verbrandingsoven. Vervolgens werden er zo snel mogelijk nieuwe panden gebouwd. Dat verandert nu geleidelijk.
Kentering
Op eigen initiatief probeerden sloopaannemers sinds circa tien jaar al de meest gewilde materialen, zoals tropisch hardhout in kozijnen, te redden van de vuilstort. Maar sinds drie jaar is er volgens GP Groot een echte kentering te zien. Sinds die tijd beginnen ook opdrachtgevers zelf eisen te stellen aan de manier waarop panden moeten worden ontmanteld.
(tekst loopt door onder deze afbeelding)
“Eerst was het de overheid die erom begon te vragen”, aldus Dick Sijm, projectleider bij GP Groot circulair slopen uit Alkmaar. Maar inmiddels gaat het niet alleen om overheden. “Er zijn nu ook particulieren die dit als voorwaarde stellen bij het vergeven van een opdracht – puur omdat het hen een goed gevoel geeft. Jongelui bijvoorbeeld die een pandje in Amsterdam hebben dat gerenoveerd moet worden en waarbij flink gesloopt moet worden. Die vragen: ‘Ga jij wel circulair slopen?’ Dat was drie jaar geleden nog niet.”
Vijftien stromen
Er komen maximaal vijftien herbruikbare stromen materialen uit een pand dat op een dergelijke manier wordt ontmanteld, zo constateert het bedrijf. Belangrijke aparte herbruikbare materialen zijn glas, kunststof en kalkzandsteen. Het meest gewild is hardhout, dat los wordt verkocht, en schoon betonpuin, dat gebruikt wordt in de wegenbouw.
Het sloopbedrijf is blij met de ontwikkeling, hoewel de nieuwe manier van slopen op dit moment nog nauwelijks financieel iets oplevert. Want het voorzichtig demonteren, het vervoer ervan naar aparte loodsen en de opslag kost tijd en geld. “Het kan een verdienmodel worden, maar voorlopig zijn we daar nog niet. Er wordt op dit moment volop geëxperimenteerd met efficiëntere ontmantelingstechnieken, maar die moeten zich de komende jaren ontwikkelen”, aldus Sijm.
Tweede Wereldoorlog
Opvallend genoeg is de trend niet compleet nieuw in Nederland. In de eerste tien jaar na de Tweede Wereldoorlog, in de periode dat Nederland kampte met tekorten aan materialen, werden er ook grootschalig op dezelfde bedachtzame manier woningen gedemonteerd.
Na circa 1955 veranderde dat, en ging het vooral om de snelheid van slopen – hergebruik raakte buiten beeld. Want er moesten zo snel mogelijk nieuwe woningen bij. En nu blijkt dat weer te gaan veranderen, terug naar hergebruik. Sijm: “We zitten op dit moment in een voorzichtige kentering. En wel omdat een nieuwe mentaliteit zijn intrede doet: slopen wordt het nieuwe oogsten.”