NOORD-HOLLAND-NOORD – In een tijd waarin drijfmest onder een vergrootglas ligt vanwege stikstof, methaan, ammoniak en het ontbreken van duidelijk landelijk beleid, biedt het project Mest Meten is Weten melkveehouders in Noord-Holland-Noord de kans om hun bedrijfsvoering beter te begrijpen. Dankzij een Europese EIP-subsidie kunnen circa veertig melkveehouders kosteloos deelnemen aan dit traject.
Het project richt zich op inzicht in de kwaliteit van mest, waarbij onder meer nutriënten, micro-organismen en mestgassen worden gemeten. Deze gegevens zeggen volgens de initiatiefnemers veel over de bedrijfsvoering en kunnen helpen om gericht verbeteringen door te voeren.
Van meting tot verbetering
Deelnemers starten met een nulmeting, waarbij de mest professioneel wordt bemonsterd en geanalyseerd door gerenommeerde laboratoria. In een workshop, onder leiding van mestexpert Peter Vanhoof, leren melkveehouders de testuitslagen te interpreteren en krijgen ze praktische handvatten om de mestkwaliteit te verbeteren. Een rantsoenadviseur bezoekt het bedrijf om mee te denken over mogelijke aanpassingen. Na een jaar volgt een tweede meting om te kijken welk effect de veranderingen hebben gehad.
Regionale kringloop centraal
Het project beoogt bij te dragen aan een toekomstbestendige veehouderij met aandacht voor gezonde mest, bodemkwaliteit en regionale kringlopen. Minder transport en meer lokaal hergebruik van mest zijn daarbij belangrijke uitgangspunten. “Alles begint met meten,” luidt de boodschap. “Geen aannames, maar echte inzichten.”
Informatiebijeenkomst op 10 september
Geïnteresseerde melkveehouders kunnen zich aanmelden voor de informatiebijeenkomst op woensdag 10 september, waar inhoudelijke vragen direct beantwoord worden door Peter Vanhoof. Wie liever meteen deelneemt aan het project, kan dit ook aangeven via e-mail. Deelname is kosteloos, maar het aantal plekken is beperkt.